Wat met de bankrekening?
De achterblijvende partner kan van alle rekeningen samen maximaal 5.000 euro afhalen. Er wordt een attest van erfopvolging opgesteld door de ontvanger van het registratiekantoor of een akte van erfopvolging door een notaris. Zowel de akte als het attest van erfopvolging vermelden duidelijk wie aanspraak maakt op de tegoeden van de overledene.
U dient dit aan te vragen in het Registratiekantoor samen met een overlijdensuittreksel en het trouwboekje. Indien er een testament of huwelijkscontract is aanvaardt men voor de successieaangifte nog steeds alleen een notariële akte.
Wat met een testament?
De overledene kan eigenhandig of bij een notaris een testament hebben opgemaakt. Indien u wenst na te vragen of de overledene een testament liet registreren kunt u dit persoonlijk of via een notaris aanvragen bij het registratiekantoor van de laatste woonplaats. De notaris kan ook navraag doen bij het CRT (Centraal Register voor Testamenten).
- U kunt de nalatenschap aanvaarden.
- U kunt de nalatenschap verwerpen.
- U kunt de nalatenschap aanvaarden ‘onder voorrecht van boedelbeschrijving’, d.w.z. u kunt wachten tot de inventaris van de nalatenschap is opgemaakt (binnen de 3 maanden na het overlijden).
Let wel: Zowel voor de onmiddellijke verwerping als voor de aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving
De overledene is met pensioen?
Dan wordt de Rijksdienst voor Pensioenen ingelicht via de bevolkingsdienst van de woonplaats van de overledene. U dient hiervoor zelf niks te doen. U dient echter wel zelf contact op te nemen voor de aanvraag van een overlevingspensioen, stads- of staatspensioen of bijkomende pensioenen. De langstlevende echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner heeft recht op de pensioenuitkering van de maand van overlijden. De niet-inwonende kinderen hebben enkel recht indien de persoon overleden is na de uitbetalingsdatum.
Overlevingspensioen
Voorwaarden: u dient minstens 45 jaar te zijn.
Uitzonderingen
- u hebt een kind ten laste
- u bent blijvend arbeidsongeschikt, voor tenminste 66% invalide
- u bent 1 jaar gehuwd op het ogenblik van het overlijden
De aangifte dient te gebeuren bij het kantoor der Registratie van de laatste woonplaats van de overledene, binnen de 5 maanden na overlijden. Vanaf 1 januari 2007 verdwenen de successierechten op de gezinswoning voor langstlevende echtgeno(o)t(e) of voor hij/zij die met de overledene samenwoonde. De langstlevende echtgeno(o)t(e) dient in Vlaanderen niet langer successierechten te betalen op het eigen deel in de gezinswoning.
Wie moet ik verwittigen?
- Werkgever
- Zelfstandigen: handelsregister, kas zelfstandigen, dienst BTW
- Mutualiteit:
- Voorlegging van de SIS-kaart en overlijdensuittreksel.
- Een uitbetaling van een overlijdensvergoeding
- is sinds 1 januari 2013 afgeschaft.
- Electriciteit, Gas, Water
- Autoverzekering
- Verkeersbelasting (nummerplaat)
Indien men de auto niet wenst te behouden, dient de nummerplaat vergezeld van een overlijdensakte uiterlijk binnen de 2 maanden na stopzetting van het gebruik van het voertuig aangetekend terug gezonden te worden naar:
D.I.V., Wetstraat 155, 1040 Brussel.
Indien men de auto wenst te behouden dient het voertuig binnen de 4 maanden ingeschreven te worden op naam van de weduwe/weduwnaar of kind. Dit gebeurt via de verzekeringsmaatschappij.
- Verzekeringen
- Directe belastingen
Voor het jaar van overlijden dient u een afzonderlijke aangifte in te dienen van de overlevende en de overleden echtgeno(o)t(e). Elke echtgeno(o)t(e) wordt belast op het inkomen dat hij/zij persoonlijk heeft verkregen en op de helft van de inkomsten die tot de huwelijksgemeenschap behoren. Bij de aangifte voegt men een attest van overlijden.
- Telefoon
- Eigenaar woning
- Beroepsziekten
- Minder-validen
- Arbeidsongevallen
- OCMW
- Werkloosheidsuitkering
- Oorlogsvergoeding
- Studietoelagen
- Kinderbijslag voor aanvragen wezengeld, aanvraag voogdij
Percentage successierechten (voor Vlaanderen) op het gedeelte van het netto aandeel:
- in rechte lijn en tussen echtgenoten:
van 0 tot 50.000 euro: 3%
50.000 tot 250.000 euro: 9%
boven 250.000 euro: 27%
- tussen broers/zussen:
van 0 tot 35.000 euro: 25%
35.000 tot 75.000 euro: 30%
boven 75.000 euro: 55%
- tussen ooms/tantes en neven/nichten:
van 0 tot 35.000 euro: 25%
35.000 tot 75.000 euro: 45%
boven 75.000 euro: 55%